'
De beitelpunt eindigt in een punt en beweegt niet. Boort een rond, recht gat met precieze toleranties.
De twee snedes worden symmetrisch geslepen en werken zodoende perfect samen, waardoor de boor langer meegaat.
Kan op elke hoek tussen 90° en 150° worden ingesteld.
De optimale vrijloophoek kan afhankelijk van de boorbehoefte worden ingesteld op 7°, 9°, 11° of 14°.
Dezelfde boorhouder is geschikt voor boren in alle maten, van 3 mm tot 22 mm. De boorhouder hoeft niet gewisseld te worden.
Het vermindert de benodigde kracht op de kern van de boor, de dwarssnede, aanzienlijk, zodat er minder warmteontwikkeling is. Hierdoor kan er meer kracht op de snijkanten worden uitgeoefend. Dit zorgt voor een dramatische verbetering van de snijprestatie.
Zowel de gunstige punt met 4 facetten als het zeer nauwkeurige slijpproces – beide snijkanten worden symmetrisch geslepen tot een exact gelijke lengte – zorgen ervoor dat de boor efficiënt werkt en de levensduur van de boor aanzienlijk wordt verlengd.
De geometrie met 4 facetten zorgt ervoor dat de boor een recht en rond gat boort met zeer nauwkeurige toleranties. Het is cruciaal dat beide snijkanten precies hetzelfde zijn en op dezelfde hoek worden geslepen. Het is essentieel dat de twee snedes op dezelfde wijze werken. Dit zorgt ervoor dat de boor een recht gat boort, dat niet groter is dan de boordiameter. Als dit niet het geval is, moet het grootste gedeelte van de snijkracht door de langste snede worden opgevangen, wat oververhitting en meer slijtage van deze kant veroorzaakt. Het resultaat is een boor die snel bot wordt en niet meer naar behoren functioneert.
Boorbitjes hebben gewoonlijk een punthoek van 118° of 130°. Voor gehard staal en roestvrij staal zijn grotere punthoeken nodig. Ook aluminium kan beter met een grotere punthoek worden geboord. Bij het boren van plexiglas is er minder kans op barsten als de boor die door het materiaal gaat een grotere punthoek heeft. Centrerende boren hebben meestal een punthoek van 90°.
De keuze van de vrijloophoek is cruciaal voor de snijprestatie en de levensduur van de boor. De optimale vrijloophoek hangt af van zowel de boordiameter als het te boren materiaal. Een harder materiaal vraagt om een boor met een kleinere vrijloophoek, terwijl een zachter materiaal een grotere hoek kan hebben. Standaard boren hebben een vrijloophoek van 11° en een punthoek van 118°, wat voor het meeste boorwerk prima voldoet.
Oververhitting van het staal is vaak niet merkbaar, maar het gevolg is dat de boor snel bot wordt en zelfs kan breken. In tegenstelling tot conventionele boorslijpers, maakt Tormek bij het slijpen gebruik van waterkoeling, wat vriendelijk is voor het staal.
Bekijk de korte demonstratiefilm voor de DBS-22 (4:19) op de productpagina, die de werkwijze stap voor stap laat zien. U vindt daar ook een film die gemaakt is door Alan Holtham, waarin hij de mal uitprobeert.